Ga verder naar de inhoud

Het politieke verlanglijstje van socioculturele werkgevers

28.05.2024

Veerle Huwé staat aan het roer van Sociare als directeur, Els van Effelterre combineert een engagement als bestuurder bij Sociare met een drukke job als directeur bij JES. We praten met hen over het het verkiezingsmemorandum van Sociare. We treffen hen in de Werkhuizenstraat in Molenbeek, waar de Brusselse zetel van de jongerenorganisatie zich bevindt. We hebben het over wat het betekent om anno 2024 een socioculturele organisatie te runnen én personeel & vrijwilligers aan te sturen.

“Het is een grillige sector”, geeft Els toe. “Om je een idee te geven: vergeleken met 2021 moeten we het met 12 medewerkers minder doen. En het is goed mogelijk dat we binnenkort opnieuw mensen moeten laten gaan, wegens tegenvallende inkomsten. Maar we geven de moed niet op. Daarvoor is het werk dat we doen veel te waardevol.”

Veerle deelt haar ongerustheid. “We hielden vorig jaar een grootschalige bevraging bij onze leden, meer dan 900 intussen”, vertelt ze. “Onze organisaties zijn heel veerkrachtig, want ze zijn het gewoon om te werken in moeilijke omstandigheden. Maar toch merken we dat hun uitdagingen jaar na jaar groter worden.”

In de aanloop naar de verkiezingen heeft Sociare de meest voorkomende uitdagingen gebundeld en aan de beleidsmakers bezorgd. “Ons memorandum is geen klaagzang, of een eisenpakket dat te nemen of te laten is”, nuanceert Veerle. “Beschouw het eerder als een uitgestoken hand. Samen met de verkozenen van morgen onze schouders zetten onder de uitdagingen die zich stellen: dat is waar we naartoe willen.”

Onze vijf voorstellen:

  1. Zie ons als ondernemers en werkgevers
  2. Denk mee na over een alternatief voor de av-dagen
  3. Verbeter de opbouw & uitvoering van VIA
  4. Indexeer onze werkingsmiddelen structureel
  5. Roep regulitis een halt toe
Els Van Effelterre Veerle Huwé 02 Lowres

1. We zijn werkgevers en ondernemers, zie ons ook zo

Het beleid moedigt ons aan om meer in te zetten op eigen activiteiten en op eigen inkomsten. Helemaal terecht, vinden wij. Alleen is het opvallend dat vzw’s niet altijd in aanmerking komen voor instrumenten die dat ondernemerschap boosten. Socioculturele organisaties zijn een motor van activering én zijn werkgevers zoals elke onderneming.

Ons voorstel

  • Ondersteun ons werkgeverschap met meer ruimte voor organisatieontwikkeling en management.
  • Voorzie middelen voor opleiding, coaching en arbeidsorganisatie en -innovatie.
  • Maak dat organisaties makkelijker medewerkers kunnen delen.
  • Ondersteun socioculturele organisaties ten volle in hun rol als toeleiders naar werk. Alleen door ons als volwaardige partners te behandelen, kunnen we samen een oplossing zoeken voor de krapte op de arbeidsmarkt.
  • Zet middelen in om doelgroepen een werkervaring in de social profit te geven, wat helpt om randvoorwaarden naar werk en een duurzame werksituatie te realiseren.
  • Voorzie een volwaardige opvolger voor het afgeschafte EAD-beleid (Evenredige Arbeidsdeelname).
  • Betrek socioculturele organisaties als partner bij de uitvoering van maatschappelijke opdrachten, niet als onderaannemer.

Els : “Ik heb soms het gevoel dat de politiek over het hoofd ziet dat wij ook vennootschappen zijn, ondernemingen die professioneel gerund worden. Ik weet dat wat wij doen in de ogen van de buitenwereld soms op georganiseerde chaos lijkt, maar wij zijn werkgevers met een managementmodel. We weten waar we mee bezig zijn. Echt waar! (lacht)"

Veerle : “De ondersteuning die andere sectoren op dat vlak wél ontvangen, mag ook uitgebreid worden naar onze sector. Ik heb het dan over opleidingen en innovatiemiddelen op maat van onze sector. Intussen halen onze organisaties gemiddeld 29% van hun inkomsten uit eigen middelen. Willen beleidsmakers dat we dat aandeel nog vergroten? Dan is het maar fair dat wij ook toegang krijgen tot managementmiddelen.”

2. Denk samen met ons na over een alternatief voor de onbetaalbare av-dagen

De VIA-compensatie voor arbeidsvrijstellingsdagen dekt gemiddeld maar 10 à 12% van de werkelijke kost. Daardoor kunnen oudere medewerkers maar moeilijk vervangen worden en stijgt de werkdruk.

Ons voorstel

  • Hervorm het systeem van de arbeidsvrijstellingsdagen op maat van de sector.
  • Zorg dat het systeem financieel dekkend is.

Veerle : “Het systeem van de arbeidsvrijstellingsdagen, waarbij werknemers vanaf een bepaalde leeftijd extra verlofdagen ontvangen, dateert van 20 jaar geleden. Het kwam er als reactie op de Witte Woede-betogingen. Mensen begonnen in die periode langer te werken. Met die arbeidsvrijstellingsdagen wilden de sociale partners de werkdruk van oudere medewerkers verminderen. Voor mensen die in de zorg werken: perfect te begrijpen en te verantwoorden. Dat zijn effectief zware beroepen, mentaal én fysiek. In onze sector is dat veel minder een issue. Maar het systeem doet de werkdruk wel enorm toenemen. Om je een idee te geven: voor een voltijdse medewerker gaat het om 12 dagen extra vanaf 45 jaar, 24 dagen vanaf 50 jaar en 36 dagen vanaf 55 jaar. Bovenop de wettelijke vakantie van 20 dagen.”

Els : “Ik kan je verzekeren: dat leidt soms tot spanningen op de werkvloer. Voor de betrokken collega’s – die aan het einde van het jaar plots nog veel verlofdagen moeten opnemen – is dat ook niet altijd een pretje. Plus: ik durf te vermoeden dat we door deze regeling indirect discrimineren bij sollicitaties. Iets dat indruist tegen onze natuur. Want onze organisaties staan erom bekend dat ze warme werkgevers zijn, die 50- en 55-plussers naar waarde schatten en aan het werk willen houden.”

Veerle : “Daar bovenop dekt de financiële compensatie die we krijgen via de overheid amper 10% van de kost. Daarom vragen wij: hervorm het systeem op zo’n manier dat het rekening houdt met de huidige realiteit en de verschillende levensfases.”

Els Van Effelterre
We staan voor uitdagingen die om wendbaarheid vragen, niet om een supercontrolerend optreden en strak afgelijnde projecten.

Els Van Effelterre

3. Verbeter de opbouw & uitvoering van VIA

We geloven bij Sociare heel sterk in de kracht van sociaal overleg. Op Vlaams niveau doen we dat tijdens de VIA-onderhandelingen. Maar daar is er nog veel ruimte voor verbetering:

  • De socioculturele sector ontvangt minder budget in verhouding tot de andere sectoren. Een goed voorbeeld: voor VIA 6 wordt het budget voor koopkracht berekend op 1,1% van de totale loonmassa. Terwijl dit bij andere sectoren op 4,5% of zelfs 6% berekend wordt.

  • Soms zijn er maar koopkrachtbudgetten voorzien voor een deel van het personeel. Dat is het geval bij de lokale diensteneconomie en voor organisaties erkend in het kader van het woonzorgdecreet en het armoededecreet. Gevolg: deze organisaties moeten een deel uit eigen zak betalen.

Ons voorstel

  • Betrek Sociare als één van de primaire partners bij de opbouw en uitvoering van VIA.
  • Hanteer een proportioneel budget voor alle VIA-sectoren.
  • Maak dat alle organisaties middelen ontvangen voor de volledige personeelsbezetting.
  • Zorg in VIA7 voor voldoende budget bij de uitrol van de functieclassificatie (IFIC).
  • De coördinatie van de VIA-middelen is nu te veel versnipperd. Laat die in handen van het departement Cultuur, Jeugd en Media.

4. Indexeer onze werkingsmiddelen structureel

Het ene departement is het andere niet. Of toch niet wanneer het neerkomt op de indexering van subsidies. Sommige departementen redeneren dat 80% van de middelen voor personeel zijn, bij andere departementen is dat maar 50%. Met als absurde resultaat dat socioculturele organisaties ongelijk behandeld worden.

Ons voorstel

  • Indexeer alle subsidies als aanpassing aan de inflatie.
  • Zorg ervoor dat de voorziene financiering rekening houdt met het takenpakket van medewerkers en met de verplichtingen die organisaties opgelegd krijgen op het vlak van loon- en arbeidsvoorwaarden. Alleen zo krijg je een duurzaam systeem van subsidies.
  • Zorg ervoor dat de criteria voor subsidiëring duidelijk zijn en de middelen voorspelbaar.

Els : “Waar we het meeste last van hebben, is de beperkte indexatie van onze inkomsten. We draaien bij JES voor 90% op subsidies. Onze kosten stijgen, maar de inkomsten gaan niet evenredig mee. De enige optie is snijden in onze kosten. Maar we weten niet waar te beginnen, omdat er veel onduidelijkheid is over hoeveel er dan toch wel of niet geïndexeerd wordt. Dat maakt het moeilijk om het allemaal te managen.”

“Een domein waar we wel duidelijk zicht op hebben, is onderwijs. In projectfinanciering –zoals duaal leren– wordt gesnoeid. Voor de andere domeinen is het nog koffiedik kijken. Frustrerend, want probeer dat binnen een organisatie maar eens transparant te beheren. Ik pleit er hier intern altijd voor om niet in hokjes te denken en jongeren van verschillende domeinen te laten proeven. Maar al die verschillen in financiering maken het niet interessant om dat te blijven doen. Leg aan je mensen maar eens uit waarom hier wel en daar niet ingegrepen moet worden, ‘want we zijn toch één organisatie?’ ”

Veerle : “Het grootste aandachtspunt vind ik ook de financiering. De looncomponentmiddelen worden wél geïndexeerd, maar afhankelijk van het domein voor slechts 80% of 50%, terwijl Vlaanderen op haar beurt wel 100% indexering ontvangt. Het bedrag komt dus niet overeen met wat een VTE in realiteit kost. Wij vragen daarom dat het looncomponent minstens overeenkomt met wat tripartite afgesproken is en dat de werkingsmiddelen ook geïndexeerd worden.”

Veerle Huwé
We zijn intentioneel goede organisaties, maar de overheidsstructuren gaan uit van wantrouwen. Dat is destructief

Veerle Huwé

5. Roep regulitis een halt toe

Socioculturele organisaties zijn keien in multitasking. In onze bevraging geeft 67% van de werkgevers aan dat de werkdruk in hun organisatie de laatste vijf jaar is gestegen. En dat heeft alles te maken met de de verhoogde complexiteit van de taken die ze moeten uitvoeren en de stijging van het aantal opdrachten en verplichtingen. Tel daar nog eens een karrenvracht aan complexe juridische en fiscale regels bij, en het plaatje is compleet.

Ons voorstel

  • Maak de regelgeving transparanter en gericht op vertrouwen en autonomie.
  • Zorg dat de rapporteringsverplichting alleen uit het hoogstnoodzakelijke bestaat. Wij vinden dat verantwoording van financiering hand in hand gaat met vertrouwen.
  • Hou rekening met de realiteit van socioculturele verenigingen bij de opmaak vanjuridische en fiscale regels voor ondernemingen en onder- steun waar nodig.
  • Actualiseer onaangepaste regelgeving (inspiratie vind je op www.regulitis.be).

Veerle : “Meer dan 70% van de organisaties geven aan dat de taken die ze uitvoeren veel ingewikkelder zijn dan vroeger. Zeker bij sectoren zoals beroepsopleiding en sport voelen ze die stijgende complexiteit heel erg. Weinig verrassend: bijna 30% van alle socioculturele organisaties vindt dat de regelgeving waaraan ze onder- worpen zijn niet transparant genoeg is.”

Els : “Terwijl er zoveel expertise in onze sector zit... We zijn een enorm interessante partner, al zeg ik het zelf. Ons meenemen in de besluitvorming zou het transparanter, sneller en effectiever maken. We werken tenslotte aan dezelfde doelstellingen. En zo hou je als overheid de vinger aan de pols. We willen en kunnen zó graag op een waardevolle manier bijdragen.”

Veerle : “Wij zijn écht te vertrouwen. Het is jammer om te merken dat overheidsstructuren op dit moment eerder uitgaan van wantrouwen. Alle regulitis, de patrimoniumtaks, het UBO-register, het Federal Learning Account, en ga zo maar verder ... Daar spenderen onze mensen op het terrein veel tijd aan. Tijd die ze veel beter in het onder- steunen van hun doelgroepen zouden kunnen steken.”


Het interview met Veerle Huwé en Els Van Effelterre verscheen eerder in een andere vorm in het magazine Recto-Verso van Verso - redactie Daan Paredis (Xpair).

Zelf een leuk verhaal of inspirerende case om te delen?

Daar maak je onze stafmedewerker communicatie & ledenrelaties altijd blij mee!