Ga verder naar de inhoud

Ergonomie op de werkplek: nieuwe regels en verplichtingen voor werkgevers

18.06.2024

De Codex over het welzijn op het werk werd aangepast: ergonomie op de werkplek krijgt er een belangrijkere plaats in. De regels zijn in werking getreden op 25 mei 2024. Wat betekent dit voor jou?

MSA: een toenemend probleem

Meer en meer werknemers kampen met klachten zoals rug- en nekpijn, artrose, peesontstekingen … De klachten vallen onder de noemer van de “musculoskeletale aandoeningen” (MSA). De aandoeningen treffen zowel mannen als vrouwen, in elke leeftijdscategorie. Ongeveer één op drie van de langdurig zieken zit thuis door een MSA.

Inzetten op preventie

De wijziging van de Codex over welzijn op het werk door het KB van 15 mei 2024 wil tegemoet komen aan deze problematiek. Dit door te zorgen voor meer aandacht voor ergonomie op de werkplek, en het voorkomen van MSA in het bijzonder. De Codex voorziet nu in een compleet wettelijk kader rond ergonomie op de werkplek.

Welzijnswet: belangrijke plaats voor ergonomie

De basis is nog altijd de welzijnswetgeving. Dit houdt in dat werkgevers verantwoordelijk zijn om maatregelen te nemen in alle welzijnsdomeinen. Ergonomie was al een deel van deze welzijnsdomeinen, maar krijgt door de aanpassingen aan de Codex een belangrijke plaats.

Wat verandert er?

Het toenemend belang van ergonomie op de werkplek blijkt al meteen uit de nieuwe titel van boek VIII: “Ergonomie op het werk en preventie van MSA”.

Werkgevers moeten voortaan rekening houden met ergonomie op het werk vanaf het ontwerpen en inrichten van nieuwe werkposten, maar ook bij het aanpassen van bestaande werkposten.

Daarnaast moet je de ergonomische risico’s op het werk in kaart brengen. Dit was vroeger al een verplichting, maar dit was beperkt tot beeldschermen, manueel hanteren van lasten en staand werken. Voortaan moet je de regels in kaart brengen voor alle risicofactoren;

  • biomechanische risicofactoren (bv. repetitieve handelingen) ;
  • andere risicofactoren die verband houden met de werkpost (bv. temperatuur) ;
  • de resultaten van risicoanalyses van andere welzijnsdomeinen die een invloed kunnen hebben (bv. psychosociale belasting).

Preventiebeleid

Op basis hiervan stel je een preventiebeleid met passende maatregelen op. Dat doe je in samenwerking met alle relevante actoren; de verschillende preventieadviseurs en het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) of de vakbondsafvaardiging. Het advies van de preventieadviseur-ergonoom is in een aantal situaties zelfs verplicht.

Dit beleid moet je regelmatig evalueren (minstens jaarljiks). Als dat nodig is, pas je de risicoanalyse aan. Je bent ook verplicht om de werknemers en het CPBW te informeren en op te leiden over musculoskeletale risico's op het werk en over de verschillende preventiemaatregelen.

Aan de slag

Laat je inspireren door de tools van de FOD WASO op www.beswic.be en www.preventievanmsa.be om hiermee praktisch aan de slag te gaan.

Anderen lazen ook dit:

Vereenvoudigde procedure voor de gemeenschappelijke interne dienst

Het wordt eenvoudiger om een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW) op te richten.
Op 2 mei 2024 werd een KB gepubliceerd dat de regels versoepelt voor de oprichting van een zogenaamde kleine gemeenschappelijke interne dienst.

Externe diensten voor preventie en bescherming op het werk

30 juni is elk jaar opnieuw de deadline om je contract met je huidige externe dienst voor preventie en bescherming op het werk op te zeggen. Vanaf het jaar nadien heb je dan de kans om in te tekenen op een aanbod dat beter is afgestemd op jouw organisatie.

Komaf maken met jouw kopzorgen rond het inzetten van personeel?

Doe net als +900 socioculturele collega-organisaties, en sluit je vandaag nog aan bij Sociare!